Charles Matton
Sylvie Matton
30-09-1999
Ognon Pictures, Argus Film Productie, Tros, WDR
103
Frans-Duits-Nederlandse co-produktie (70:20:10). Scenario: Sylvie Matton.
Rembrandt van Rijn kende geluk en verdriet, voor- en tegenspoed. In het
begin viel zijn werk in de smaak bij het publiek, het paste bij de mode van
zijn tijd. Dat had tot gevolg dat hij al een gevierd kunstenaar was ten
tijden van zijn aankomst in Amsterdam. Rembrandt huwde de mooie Saskia van
Uylenburg, die tien jaar later zou overlijden, op het moment dat de
schilder en zijn werk minder in trek raakten bij de gegoede burgerij die
zijn klantenkring vormde. Rembrandt sloot geen compromissen. Toen de mode
lichten en kleurrijke schilderijen verlangde, volhardde hij in zijn donkere
tinten en dikke lagen verf. Na de dood van Saskia had hij een relatie met
zijn huishoudster Geertje en later met Hendrickje Stoffels die zijn huis
binnenkwam als dienstmeid. Rembrandt raakte totaal in ongenade bij diegenen
die hem in zijn eerste jaren in Amsterdam en tijdens zijn huwelijk met
Saskia op handen droegen, zij veroordeelden zijn onconventionele gedrag en
zijn onwil zich te voegen naar de wensen van de kunstkopers. Hij stierf
berooid en eenzaam.
Klaus Maria Brandauer (Rembrandt van Rijn), Romane Bohringer
(Hendrickje Stoffels), Jean Rochefort (dr. Nicolaes Tulp), Johanna ter
Steege (Saskia Uylenburgh, Rembrandts eerste vrouw), Jean-Philippe Ecoffey
(Jan Six), Caroline van Houten (Geertje Dirckx), Franck de la Personne
(Hendrick Uylengburgh), Caroline Sihol (Maria Tesselschade), Jacques
Spiesser (Joost van den Vondel), Richard Bohringer (Le pêcheur), Nicholas
Palliser (Constantin Huygens), François Delaive (Govaert Flinck), Béarice
Avoine (Agatha), Barbara Schulz (Janeke), Hanna ter Steege (Titus), Léonard
Matton (Titus), Ludivine Sagnier (Cornelia van Rijn), Marie-Claude Mestral
(Anna Wijmer), Jean O'Cottrell (Le notaire de Rembrandt), Aymeric Demarigny
(Carel Fabritius), Karin Palmieri (Margaretha Tulp), Annick Brard (Alotte),
Jules Matton (Titus van Rijn 6/7 ans), Christian Chevreuse (Harmen Becker),
Jacques Szulevicz (Le commissaire priseur), Olivier Brochériou (Marten
Soolmans), Björn Jung (Samuel van Hoogstraten), Denis Hecker (Barleus),
Jules Matton (Rembrandt van Rijn 8 jaar), Joël-Joseph Barbouth (Le
conspirateur), Christopher Granier-Deferre (Le sécretaire de Tulp), Lou (Le
voleur de manteau), Maja van der Broecke, Manni Lauerbach, Coby Bouwman
(figurant)
Productiemaatschappijen: Ognon Pictures (Frankrijk),
Pain Unlimited (Duitsland). Producent: Humbert Balsan, Vibeke Windelov.
Nederlandse co-producent: Peter van Vogelpoel (Argus film), TROS televisie,
Cobo fonds, Nederlands fonds voor de film. Camera: Pierre Dupouey. Muziek:
Nicolas Matton. Montage: François Cédigier. Decors: Philippe Chiffre.
Opgenomen in o.a. Gouda, Leiden (Hooglandse Kerk) en Amsterdam. De
Hooglandse Kerk in Leiden moet de Amsterdamse Westerkerk voorstellen bij de
scène van de begrafenis van Rembrandts zoon Titus. De studio-opnamen vonden
plaats in Keulen (Duitsland), waar op een legerterrein Amsterdamse
straatjes zijn nagebouwd. Voor de rol van Rembrandt is eerst Harvey Keitel
gepolst, maar die zei meteen: 'Ik ben iemand van Brooklyn, alleen al het
accent, dat lukt nooit'. Klaus Maria Brandauer was onmiddellijk
enthousiast. Desondanks had hij aanvankelijk geen vertrouwen in de
regisseur en maakte hij Johanna ter Steege het leven zuur. Ook de plasscène
in de film wilde hij aanvankelijk niet doen. Klaus vond dat vernederend om
Rembrandt in het openbaar te laten urineren. Frans gesproken.Voor de film
zijn Rembrandts werken herschapen door het Franse schildersechtpaar Serge
Clément en Marina Kamena. Het zijn portretten geworden halverwege tussen
Rembrandt en de acteurs die de rollen spelen in, om het karakter van de
zeventiende-eeuwse kunst niet teniet te doen. De Franse regisseur Charles
Matton is zelf ook schilder van beroep. Samen met zijn vrouw Sylvie zijn ze
aan het scenario begonnen, omdat ze gefascineerd waren door Rembrandts
schilderkunst en leven. Ze wisten dat Jos Stelling een film over Rembrandts
leven had gemaakt, maar die vonden zij saai. Charles en Sylvie wilden
vanuit een meer levendige invalshoek een film over hem maken. De film
kostte ongeveer twintig miljoen gulden. Tijdens het schrijven van het
filmscript raakte Sylvie Matton geobsedeerd door het leven van Hendrickje
Stoffels en schreef een Franstalige roman over haar met als Nederlandse
titel 'Ik Hendrickje Stoffels, de minnares van Rembrandt'. De Franse pers
was verdeeld bij de première op woensdag 8 september 1999: Het dagblad
Libération noemt de film een mislukte kopie van Rembrandt. "De film is
ambitieus maar ijdel. Matton (66), cineast en schilder tegelijk, blijft te
veel plakken aan de 17de eeuwse grootmeester; hij heeft Rembrandt proberen
te imiteren, hem getracht te filmen zoals hij schilderde. Die nabootsing is
niet geslaagd."Le Monde vindt: "Het is ijdel om te pretenderen dat je het
werk van een meester kunt uitleggen. Matton heeft zijn illustere voorbeeld
willen eren, maar elk zelfportret van Rembrandt geeft beter inzicht dan
deze film. Indirect is de film daarmee een lofzang op de schilderkunst, ten
koste van de filmkunst."In Le Figaro komt de peperdure
Frans-Duits-Nederlandse co-productie er veel beter van af. Een minutieuze
en toegenegen biografie van een genie in het alledaagse. Maar we hadden
liever gezien dat de regisseur wat
meer had verteld over de schilderijen zelf, over het licht, de spanning,
het leven en de dood die de meester op zijn schilderijen wist vast te
leggen." Het satirisch weekblad Le Canard Echainé is heel enthousiast. "De
sociale invalshoek van de film doet recht aan het leven van de 'rebelse'
schilder, die volgens de regisseur taboes niet schuwde en zich aan niets
conformeerde."Ook prijst het blad de acteurs, onder wie de Duitser Klaus
Maria Brandauer en de Nederlandse Johanna ter Steege.
Maar: "De film getuigt meer van ijver dan van passie. Wat overigens geen
reden is om dit filmportret van de schilder niet te omlijsten."
Franse César voor de beste aankleding op 19 februari 2000.
Nicolas Matton
Pierre Dupouey
François Gédigier
Eve Marie Arnault
Zwart-Wit